Minister Femke Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LNNV) wil maatregelen in het landelijk gebied nemen om de doelen van de Kaderrichtlijn Water, de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR), de Natuurherstelverordening (NHV) en de (Europese) Klimaatverplichtingen halen én de agrarische sector toekomst bieden. Dat schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. Er komt geen extra geld en het zijn de boeren en tuinders die het moeten gaan doen, blijkt uit de brief. Ze gaat het nog verder uitwerken en met alle betrokkenen praten.
Wiersma schrijft dat ze het beleid voor het landelijk gebied en voor het behoud van natuur verandert, vergeleken bij haar voorgangers. Daarop presenteert ze in de brief haar zogeheten aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur (RLN). ’We zetten de boer aan het roer. De kern van dit beleid is dat dit overgaat van depositie- naar emissiebeleid in de landbouw. Sturen op de reductie van emissies wordt, waar dat kan, de basis voor bijvoorbeeld de inzet op innovatie, de opkoopregelingen en het opstellen van bedrijfsspecifieke emissiedoelen’, schrijft Wiersma.
’Minder praten’
De minister wil ’niet meer alles overal doen’, maar kiest voor oplossingen voor specifieke gebieden. Dat is efficiënter, betoogt ze. Er komt meer aandacht voor voedselzekerheid en voor de sociaal-economische effecten op de samenleving. Ook wil ze ’minder praten, meer doen en praktisch aan de slag gaan’. Om dat voor elkaar te krijgen, zet ze het landbouwbudget van 2,02 miljard euro in voor maatregelen die helpen bij het halen van de doelen.
Uit- en afspoeling
Voor de veehouderij wil ze met ‘management en innovatie’ zorgen dat broeikasgassen en stikstofemissie wordt teruggedrongen. De bedrijfsbeïndigingsregeling blijft bestaan. Wiersma benoemt veenweidegebieden, de beekdalen, de gebieden rondom kwetsbare Natura-2000-gronden als specifieke gebieden. Daar moet de uit- en afspoeling van nitraat, fosfaat en gewasbeschermingsmiddelen uit de landbouw naar het grondwater omlaag.
Overheid voert regie
De overheid voert de regie over de maatregelen, maar tegelijkertijd krijgen boeren en tuinders meer ruimte om maatregelen in de bedrijfsvoering in te passen. Wiersma wil daarbij budgetten uit verschillende potjes combineren en eventueel sneller beschikbaar stellen. Er wordt ook meer samenwerking met de waterschappen gezocht, die ook mee moeten betalen. Uit de brief blijkt dat ze nu geen extra geld heeft.
Wiersma brengt naar eigen zeggen ’alle doelen samen’ rond landbouw en landgebruik in het landelijke gebied. Het gaat dan om alle eisen uit de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR), de Natuurherstelverordening (NHV), de Kaderrichtlijn Water (KRW, nutriënten, gewasbeschermingsmiddelen en grondwaterkwantiteit) en de klimaatverplichtingen zoals de Klimaatwet en het internationale Klimaatakkoord van Parijs. ’Door meer samenhang in beleid aan te brengen wil ik zorgen dat doelen en beleid voor de agrarische sector goed op elkaar aansluiten.”
Voorjaar 2025
Wiersma gaat haar beleid de komende tijd verder uitwerken. Daarbij heeft ze verdere ontwikkeling van de agrarische sector voor ogen, omdat die sector moet zorgen voor een sterkere biodiversiteit, klimaatverandering tegen moet gaan en voor voldoende en schoon water moet zorgen. De druk op landbouwgrond maakt het bereiken van de doelen lastiger. Er moet voldoende ruimte komen voor de boeren en tuinders, maar natuur en water krijgen ook meer ruimte. Wiersma denkt deze belangen te verenigen door ’multifunctioneel ruimtegebruik’. Ze gaat alle plannen nog nader bespreken met overheden en de sectoren, voordat er concreet beleid komt. Daarom geeft de brief vooral voorbeelden en denkrichtingen. In het voorjaar van 2025 moet de uitwerking klaar zijn.