Tot voor kort was waterstof voor de glastuinbouw niet aan de orde. Het wordt in de eerste plaats gezien als een brandstof voor energie-intensieve industrie en vervoer. Maar de ontwikkelingen gaan razendsnel. Gasunie wil in 2027 een landelijk netwerk voor waterstof hebben uitgerold, waar de glastuinbouw ook op kan aansluiten. Bij nader inzien zijn er dus toch mogelijkheden. En volop uitdagingen. Vooral de CO2-voorziening wordt een punt.
Het Klimaatakkoord noemt waterstof ’cruciaal’. Gasunie verwacht dat het op termijn aardgas gaat vervangen. Havens willen zich richten op de massale import van groene waterstof. Energiebedrijf Essent en netwerkbedrijf Juva gaan experimenteren met brandstofcellen in de glastuinbouw. En fabrikanten brengen hun eerste WKK’s op 100% waterstof op de markt. Er staat dus veel te gebeuren, zeker nu de energietransitie door de oorlog in Oekraïne in een hogere versnelling is gekomen.
Plek op de ladder
Tot voor kort werd aangenomen dat waterstof niet echt iets is voor de glastuinbouw. Dat blijkt onder meer uit de ’waterstofladder’ van Stichting Natuur en Milieu, waarin de volgorde is opgesteld voor sectoren die logischerwijs het eerst in aanmerking komen voor waterstof. Natuur en Milieu beslist daar natuurlijk niet over, maar het helpt om de gedachte te bepalen. De plek op de ladder hangt af van de alternatieven die er voorhanden zijn. Bovenaan staan de sectoren die geen alternatief hebben, zoals zwaar transport en de industrie van staal, plastic en kunstmest. Deze sectoren zouden het meest voor waterstof willen betalen. Voor de verwarming van kassen liggen andere energiebronnen meer voor de hand, zoals geothermie.