Het Nieuwe Telen, dat nu vijftien jaar bestaat, bevestigt dat gebruik van natuurkundige en plantkundige wetmatigheden leidt tot een efficiëntere teelt. Dat heeft de glastuinbouw behalve energiebesparing ook veel goodwill bij de overheid opgeleverd – en dus een beter toekomstperspectief. In de praktijk blijken er echter ook misvattingen te bestaan over HNT.
Vijftien jaar geleden werd de basis gelegd voor Het Nieuwe Telen (HNT). Het gerberavak, dat wel vaker voorop loopt, is er als eerste mee aan de slag gegaan. Van daaruit heeft de theorie zich verspreid over de hele sierteeltsector. Aanvankelijk was het nut beperkt omdat belichtende bedrijven vaak te veel warmte hadden. Nu telers zijn overgegaan op ledlicht en minder warmte over hebben, wordt het relevanter.
De grote verdienste van HNT is dat er van de teelttechnische inzichten een compleet verhaal is gemaakt dat kan worden overgedragen naar de praktijk. Daarbij krijgen de grondleggers van HNT nog wel eens het verwijt dat ze alles denken te weten. Aan de andere kant zijn zij juist zo ver gekomen door het geloof in hun eigen boodschap. Daardoor zijn er miljoenen euro’s vrijgemaakt voor onderzoek. Er is nieuwe kennis gegenereerd, uitgewerkt en verspreid op een grootschalige manier. In het begin heeft dat tot een paar ongelukken en desinvesteringen geleid, maar uiteindelijk volgde er een hogere productie, een betere kwaliteit, een weerbaarder gewas en meer energiebesparing. In die vijftien jaar zijn er ook een aantal hardnekkige misvattingen ontstaan.