Waterstof is op dit moment nog veel duurder dan aardgas. Maar als er meer waterstof beschikbaar komt, zullen de prijzen naar elkaar toe groeien. Waterstof en aardgas zijn directe concurrenten van elkaar, want ze worden op een vergelijkbare manier gebruikt. Bovendien wordt de meeste waterstof – grijs en blauw – nog gemaakt uit aardgas (zie kader).
De prijs van aardgas wordt meestal uitgedrukt in euro’s per kuub, die van waterstof in euro’s per kilo. Even een paar cijfers: om de energie van een kuub aardgas te vervangen is drie kuub waterstof nodig. Elf kuub waterstof weegt een kilo. Een gasprijs van 80 cent per kuub komt dus overeen met een waterstofprijs van bijna €3 per kilo (11/3x€0,80). Dan heb je het over dezelfde hoeveelheid energie. Zodra de prijzen van beide brandstoffen bij elkaar komen, wordt waterstof rendabel. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als de belastingen op aardgas omhoog gaan of als de CO2-emissierechten duurder worden.
Waar zitten de kosten in?
De kosten zitten vooral in de investering in de elektrolysers die de waterstof produceren uit water. Hoe groter de schaal van deze apparaten, des te lager de kiloprijs. Ook de stroomprijs heeft een grote invloed.