In KAS2030, een demonstratieproject van het programma Kas als Energiebron bij WUR Glastuinbouw in Bleiswijk, is najaar 2024 een vijfjarige proef met potanthurium afgesloten. Elke teelt kwamen onderzoekers en telers een stapje dichter bij het doel om emissievrij te telen.
De kas is in 2019 gebouwd met de techniek van toen om ervaringen op te doen met emissievrij telen. In de potplanten afdeling is vanaf de start tot september 2024 potanthurium geteeld. Telers van de begeleidingscommissie onderzoek (BCO) bezochten eens per 2 weken de proef, waarvoor duizenden geteelde planten zijn geleverd. De vijfjarige proefperiode was rijk aan ervaringen, schrijft onderzoekster Nieves Garcia op de website van WUR Glastuinbouw .
Meer sturingsmogelijkheden gekregen
Door de tijd heen heeft de BCO meer mogelijkheden gekregen om de teelt te sturen (voeding, klimaat, energie, spectrum, EC en water). Om de stabiliteit van het vochtgehalte in de pot te vergroten is de watergeeffrequentie langzaam opgevoerd van 1 keer per 5-7 dagen naar voor sommige rassen 2 beurten per dag; dit pakte tot grote verbazing van de BCO leden bijzonder positief uit, voor de groei, voor de wortelkwaliteit en zelfs voor de bloemkleur bij rassen die anders verkleuren door lichtovermaat.
Met het LED spectrum en de daglengte zijn bloemrek en bladkwaliteit te sturen. Bij de implementatie van LED lopen BCO leden toch tegen een aantal vragen aan; hier gaan we de komende weken met de ondernemers nog over in gesprek.
Opvoeren isolatiegraad van de kas
In de loop van de jaren zijn een aantal extra isolatiestappen gemaakt (extra scherm – dat geen vocht doorlaat-, bubbeltjes plastic bij de buitengevel, ongeperforeerd folie, een kasdek van low-ε glas). Dat alles heeft sterk bijgedragen aan verlaging van de warmtevraag. Potanthurium kan veel energiezuiniger worden geteeld dan gedacht; de minimum temperatuur blijkt behoorlijk ver omlaag te kunnen; door de goede isolatie kun je ’s nachts de temperatuur heel rustig laten vallen zonder het actief met de buis op te vangen; dat doen de lampen en/of de zon wel overdag.
Fossielvrij, maar wel met onbalans in warmteproductie en warmtevraag
Met het gebruikte systeem (goede isolatie, hoge intensiteit LED belichting en latente warmteoogst) blijkt het mogelijk om met 123 kWh/m2 elektriciteit voor de lampen en de warmtepomp de hele teelt te belichten, te verwarmen en te klimatiseren zonder inbreng van fossiele brandstoffen. Door de onbalans in momenten van warmteoogst en warmtevraag vereist het systeem wel een seizoensopslag van ca. 60 kWh/m2, zoals bij voorbeeld een aquifer. Voor de implementatie in de praktijk is dit gelijk één van de grootste hobbels, vanwege de grote kosten die hiermee zijn gemoeid en de mogelijkheid een aquifer bij het bedrijf toe te passen. Een andere vereiste is dat fossielvrije stroom op een goede en betaalbare manier opgewekt moet kunnen worden of opgeslagen.
Het bleek mogelijk om met een zeer lage inzet van CO2 (minder dan 2kg/m2 jaar) een mooie volle plant met veel bloemen te telen. Dat wordt door een aantal BCO leden als leerpunt onderschreven maar ook door een aantal andere betwist, met als argument dat het een Demo blijft, geen vergelijkingsproef met trappen.
Gezond gewas met zeer beperkt gebruik van chemie
De gewasgezondheid werd met grote regelmaat flink op de proef gesteld door exotische plagen. Desondanks is het gelukt om een aantal jaar zonder of met een zeer beperkt aantal chemische (pleksgewijze) correcties te telen. Dit onderzoek heeft spinnen volgens de onderzoekers op de kaart gezet als mogelijke plaagbestrijders. In de strategie met roofmijten, gaasvlieglarven en spinnen waren correctiemiddelen alleen (beperkt) nodig bij de eerste uitbraken van pepertrips in jaar 4 en de cicaden in de laatste zomer, waarvoor (nog) geen natuurlijke vijanden bekend zijn.
Dit project is uitgevoerd door de Business Unit Glastuinbouw van Wageningen University & Research en gefinancierd en gecoördineerd door Kas als Energiebron, een innovatieprogramma van het Ministerie van LVVN en Glastuinbouw Nederland. De proef is intensief gevolgd en begeleid door toegewijde telers van de begeleidingscommissie (BCO).