Het Oostland heeft minder mogelijkheden voor geothermie dan het Westland, maar heeft met WarmtelinQ en de RoCa-leiding twee buizen om havenwarmte in het gebied te krijgen. Er zijn echter meer gemeenten met interesse. „We moeten ons dus op tijd aansluiten”, zegt Stijn Schlatmann, projectleider Warmte Samenwerking Oostland, „want op een gegeven moment is de warmte op.”
Hoewel het Oostland minder mogelijkheden heeft om aardwarmte te winnen dan het Westland, is het wel de bakermat van de geothermie, met de putten van Ammerlaan, Duijvestijn en Van den Bosch, en er ligt al sinds 1996 de RoCa-leiding die restwarmte levert. In het gebied zijn 120.000 woningen en 1.680 ha glas die zich goed lenen om te verduurzamen met restwarmte. Op de RoCa-leiding is al zo’n 200 ha glas aangesloten. In de toekomst kan deze leiding ook warmte uit de Rotterdamse haven naar het Oostland brengen. Het is echter niet zeker of het Oostland alle benodigde havenwarmte via deze leiding zal krijgen. Rotterdam wil namelijk nog meer woonwijken aansluiten.
De andere manier om havenwarmte naar het gebied te brengen is via WarmtelinQ, de toekomstige leiding vanuit de Botlek naar Den Haag. Eind vorig jaar werd bekend dat de aanleg hiervan definitief doorgaat. Niet lang daarna heeft Warmte Samenwerking Oostland (WSO) een convenant getekend voor de afname van warmte via WarmtelinQ. In dat samenwerkingsverband zitten de gemeenten Zuidplas, Waddinxveen, Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp, Zoetermeer, en Glastuinbouw Nederland namens de tuinders. De warmtevraag in het Oostland, het potentieel aan geothermie en de levering via de RoCa-leiding bepalen hoe groot de aansluiting op WarmtelinQ moet worden.