Een krans is een blijver in de bloemsierkunst. Samen met het boeket en de guirlande behoort de krans tot de oervormen van het bloemistenvak. De cirkelvorm zonder begin en einde geeft de oneindigheid van een kringloop aan. De oorsprong van de krans ligt bij de Grieken, zij maakten kransen om Goden te eren. De Romeinen hebben dit gebruik overgenomen en gebruikten de krans ook voor hun keizers, generaals en soldaten. Keizers kregen een lauwerkrans op hun hoofd wanneer zij terugkwamen van een succesvolle militaire expeditie en dit vierden met een triomftocht door de stad. In het begin waren de kransen hoefijzervormig, later cirkelvormig.
Het Nederlandse woord krans is een leenwoord uit het Duits en betekent ‘ring van gevlochten bloemen’. In het Frans wordt een krans coronne genoemd wat lijkt op het Romeinse woord corona en naar een krans of kroon verwijst. Het Vlaamse woord voor een krans is kroon, de Belgen gebruiken dit woord voornamelijk voor een krans bij een uitvaart.