Jan van Doesburg heeft van kleins af aan al groene vingers. Waar hij zich vroeger verwonderde over afrikaantjes die groeiden heeft hij nu een enorme passie voor bloemsierkunst. ‘Bloemsierkunst kan de schoonheid van de natuur niet verbeteren. Het kan wel de schoonheid van de natuur naar voren brengen.’
Jan van Doesburg (73) uit Vlijmen heeft de liefde voor groen met de paplepel ingegoten gekregen. Als kind kreeg hij bij zijn oma een stukje tuin waar hij afrikaantjes en andere plantjes in zette. De verwondering dat die planten gingen groeien is hem altijd bijgebleven. Maar ook op andere manieren kwam Jan in aanraking met groen: als misdienaar bij de Franciscanen mocht hij meehelpen de kerk te versieren en helpen in het kasje. Zijn oom, die in de gemeentekwekerij werkte, nam hem mee naar lezingen van Groei & Bloei. ‘Ik kwam bij bloemisten te werken en won al snel een juniorenwedstrijd’, vertelt Jan. Op de tuinbouwschool voelde hij zich dan ook als een vis in het water.
De vakschool in Vught volgde, en daarna de meesteropleiding. Na de HAS werd Jan docent vakonderwijs en meesteropleiding bij de vakschool in Vught. ‘Passie voor de bloemsierkunst is de rode draad. Ik ben het vak altijd blijven uitoefenen. Als je ergens les in geeft moet je het ook blijven doen, het moet uit eigen ervaring komen’, vindt hij. Toen de lerarenopleiding fulltime werd, werd Jan gevraagd hier vorm aan te geven. Verder volgde hij nog een opleiding aan de kunstacademie en leerde hij Chinees.