Robert van der Hulst van het familiebedrijf Hulstflowers kreeg de passie voor het vak met de paplepel ingegoten. Als erkend leerbedrijf verwelkomen ze vaak stagiairs, maar ook jongeren met een beperking: ‘Wij proberen voor deze jongeren snuffelstages te creëren, waarbij we hopen dat ze doorstromen naar de agrarische sector.’
‘Verrassend anders ieder seizoen.’ Dat is de slogan van het familiebedrijf Hulstflowers, dat bestaat uit vader Henk, moeder Gina, zoon Robert en dochter Rianne van der Hulst. Het bloemen- en bloembollenbedrijf bevindt zich in het hart van de bloembollenstreek, in Noordwijkerhout. ‘Mijn opa is jaren geleden begonnen met een kwekerij waar hij destijds bloembollen teelde,’ begint Robert van der Hulst (40). ‘Rond 1975 kocht mijn vader een deel van het bedrijf en zijn broer het andere deel. Mijn vader is toen samen met mijn moeder op deze plek in Noordwijkerhout begonnen met een kavel van 1.000 m2 en twee rolkassen van elk 300 m2. Omdat hen beide de diversiteit van verschillende gewassen aansprak, begonnen ze met telen van snijbloemen uit zaad en van vaste planten.’
In 1982 zijn ze gestart met het broeien, het van bol tot bloem kweken, van tulpen en narcissen in de wintermaanden, hiervoor zijn destijds schuren en klimaatcellen gebouwd. Rond de jaren negentig is het bedrijf begonnen met het telen van eigen uitgangsmateriaal voor de broeierij van de tulpen en narcissen. In 2005 kwam Robert in het bedrijf, na het afronden van de middelbare tuinbouwschool. Inmiddels heeft hij de leiding binnen de kwekerij, maar ook zijn vader, moeder en zus zijn dagelijks op de kwekerij te vinden. ‘Mijn ouders zijn nu 74 en 69, maar kunnen het niet laten om te komen helpen. Mijn vader rijdt alles naar de veilingen, soms zo’n twee of drie keer op een dag. Hij vindt dat het mooiste wat er is. Als ik alleen al naar de vrachtwagen kijk, dan zegt hij al ‘dat is mijn klussie’. En dat is prima. Het is heel leuk dat ze nog zo betrokken zijn.’