Sinds de introductie van de sluipwesp Diglyphus isaea, eind jaren negentig, hadden gerbera- en chrysantentelers geen omkijken meer naar mineervlieg. Maar de laatste paar jaren laat de sluipwesp het afweten. De gewassen kleuren grijs van de mineergangen en telers moeten teruggrijpen naar chemie. Sommige collega’s hebben echter nergens last van. Wat is hier aan de hand? Onderzoek moet de echte oorzaak aanwijzen.
Het was een van de eerste successen met biologische gewasbescherming in de sierteelt: de introductie van diglyphus in gerbera in de jaren negentig. Deze sluipwesp hield zichzelf in stand met de parasitering van mineervlieg. Af en toe moesten telers wat bijzetten; in andere gevallen hadden ze er geen omkijken naar. En als mineervlieg dan toch een keer uit de bocht vloog, konden ze een chemisch middel gebruiken.
Maar sinds een jaar of vijf laat de sluipwesp het op veel bedrijven afweten. In het voorjaar gaat het goed, maar vanaf juni krijgt de plaag de overhand. „Het vliegwiel van diglyphus werkt niet meer”, constateert adviseur Bert Duijndam (Cropprotection).