De komende maanden neemt Royal FloraHolland bij alle productgroepen afscheid van de collectieve minimumprijzen op de veilingklokken. Individuele minimumprijzen zijn per 1 januari 2024 de nieuwe standaard in Aalsmeer, Eelde, Naaldwijk en Rijnsburg. Kwekers kunnen voortaan eigen minimumprijzen meegeven aan de partijen die ze voor de klok brengen. „Er is nadrukkelijk voor gekozen om de regie en verantwoordelijkheid bij de kweker zelf neer te leggen. Het is immers hun product”.
De huidige collectieve minimumprijzen voor de klok bestaan al jaren. Volgens de veiling en veel productcommissies hebben de collectieve minimumprijzen geen functie meer omdat de klokprijzen al jaren veel hoger liggen. Daarom faseert Royal FloraHolland (RFH) de collectieve minimumprijs per 2024 uit. Op de vraag of het afschaffen van de minimumprijzen ook een oorzaak vindt in regelgeving van de mededingingsautoriteit ACM antwoordt de veiling dat Wet- en regelgeving was in dit geval noch aanleiding, noch een bepalende factor.
De nieuwe standaard wordt de individuele minimumprijs. Kwekers geven zelf een minimumprijs per partij op. Zij bepalen dus wat de laagste prijs is die ze nog accepteren voor hun bloemen en/of planten. Als de klokprijs onder de individuele minimumprijs komt, draait het product door. De laagste prijs die ze kunnen invullen is 1 cent. Wordt er vanaf 1 januari 2024 geen minimumprijs ingevuld, dan komt deze automatisch op €0,01 te staan.