De coronacrisis heeft vermeerderaars vooral duidelijk gemaakt dat je voorbereid moet zijn op het onverwachte. De meeste produceren hun weefselkweekplantjes, stekken en zaden al jaren in het buitenland. Voor luchtvracht moesten regelmatig alternatieve routes gevonden worden.
We vroegen drie vermeerderaars naar hun ervaringen in dit coronajaar. Anthura spreidt productie van zijn weefselkweek al jaren bewust over verschillende landen. Beekenkamp heeft moederplanten in Oeganda en Ethiopië. Dekker Chrysant heeft drie productielocaties in Tanzania. Door die spreiding konden zij ook dit jaar de verplichtingen naar hun klanten, de telers van bloemen en planten, nakomen. Maar ook in het buitenland waren strenge maatregelen en lockdowns vanwege het coronavirus. En regelmatig moesten alternatieve routes voor de luchtvracht worden ingezet. Fors duurdere routes.
In de productielanden waren relatief weinig ziektegevallen, geven de vermeerderaars aan. Henk Jacobs, directeur Dekker Chrysanten: „ En als iemand in nauw contact kwam met een corona geïnfecteerde persoon, is onmiddellijk ingezet op een sneltest, om te voorkomen dat een afdeling dicht stilgelegd moest worden. En er zijn voorzieningen getroffen zodat wanneer nodig onze medewerkers een maand op de vestiging kunnen verblijven.” Marc Driessen, directeur Beekenkamp Plants Ornamentals, vult aan: „Onze medewerkers waren bereid om tijdens lockdowns een aantal weken op de farm te blijven. En er kwamen ploegendiensten om al het werk correct uit te voeren.”
