De leden van het sectorplatform komen volgende week met de ambities voor de bloembollensector. KAVB, Anthos, CNB en Keukenhof leggen momenteel de laatste hand aan de visie. Voorzitter Hester Maij ziet tot haar grote tevredenheid dat landbouwminister Wiersma grote delen van de ambitie al omarmt, zo bleek tijdens het debat over gewasbeschermingsmiddelen eind november. „Het is mooi dat de minister vertrouwen heeft in de sector.”
Vijf pijlers vormen samen de visie voor de toekomst van de bloembollenteelt en -handel in Nederland. Op de eerste plaats staat een gezonde plant, die weinig tot geen gewasbeschermingsmiddelen vraagt. Schoon water volgt op de tweede plaats, met het oog op de strengere eisen van de Kader Richtlijn Water (KRW) per 2030. Het stimuleren van biodiversiteit is nummer drie, verantwoord omgaan met energie en het oplossen van het gebrek aan arbeid vormen de vierde en de vijfde pijler.
Ambities
Volgende week komt het Sectorplatform met daarin KAVB, Anthos, CNB en Keukenhof met de ambities voor de bloembollensector. De partijen worden daarbij ondersteund door organisaties van binnen en buiten de keten, zoals de Rabobank en Stichting Natuur & Milieu.
De ambities liggen op de volgende vijf vlakken:
– gezonde plant
– schoon water
– stimuleren van biodiversiteit
– energie
– arbeid
Korte lijnen
„We leggen binnenkort de laatste hand aan de ambitie, zodat we voor het einde van het jaar met de ambitie naar buiten kunnen komen”, kondigt Maij aan. „Minister Wiersma verwijst in haar Kamerbrief ook naar dit convenant en ook in de discussie over gewasbeschermingsmiddelen eind november gaf ze dit aan. We hebben hele korte lijnen met de ambtenaren in Den Haag.” Daardoor maakt het convenant al deel uit van het beleid, ook al ligt de verklaring er formeel nog niet. „Volgende week moet het convenant klaar zijn.”

Behalve de leden van het Sectorplatform onderschrijven volgens Maij ook andere partijen uit en om de keten de doelen van het convenant. „Denk daarbij bijvoorbeeld aan de Rabobank, maar ook aan de Stichting Natuur en Milieu. Het is en blijft wel het convenant van de sector”, benadrukt de voorzitter.
Belangrijkste ambitie is het terugschroeven van het middelengebruik met 50% voor 2030. Maij: „Inmiddels weten we dat regionaal de doelen nog scherper zijn gesteld, daar moet het zelfs in drie jaar gebeuren. Dat is helemaal mooi natuurlijk.”
Om de doelen te bereiken wordt op grote schaal kennis gedeeld binnen de sector. Er komt een biodiversiteitsmonitor voor de bollenteelt en de teelt wordt weerbaarder gemaakt met bodembeheer, groene middelen en sortimentskeuze. Maij verzekert dat er draagvlak is, dat heeft ze ook kunnen optekenen tijdens de gesprekken die ze de afgelopen tijd met alle kringen van de KAVB heeft gevoerd.
Vertrouwen
Landbouwminister Femke Wiersma heeft veel vertrouwen in de ambitie van de land- en tuinbouwsector om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen terug te dringen. Dat bleek ook tijdens het door Maij aangehaalde debat in de Tweede Kamercommissie over gewasbeschermingsmiddelen, woensdagmiddag 27 november. De partijen in de commissie toonden zich echter kritisch, waarbij de Partij voor de Dieren eruit sprong: „Hier zit de minister van gifindustrie”, riep lid Ines Kostic, omdat hen – Kostic is non-binair – vindt dat de minister de middelenproducenten niet ter verantwoording roept.
Kaderrichtlijn Water
Huiswerk voor de minister is er ook, na de vele vragen en kanttekeningen die de partijen in het commissiedebat gewasbeschermingsmiddelen bij het middelenbeleid van de minister plaatsten. Zo moet in januari duidelijk zijn of de toetsingskaders van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) in lijn te brengen zijn met de eisen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Wiersma komt in februari 2025 met emissiecijfers over glyfosaat, omdat de linkse partijen daar nieuwsgierig naar zijn. In april wil Wiersma terugkomen op gesprekken met Bureau Erkenningen, over het eventueel aanscherpen van de regels voor de spuitlicentie. Ook moet dan duidelijk zijn of emissie van middelen via drainage onderdeel wordt van de toetsing voor de toelating door het Ctgb.
In de commissie benadrukten bijna alle partijen dat de integriteit en het vertrouwen in het Ctgb niet in twijfel wordt getrokken. Commissievoorzitter Thom van Campen (VVD) verruilde even zijn rol voor die van commissielid: „De discussie over de betrouwbaarheid raakt het hele platteland. De VVD wil dat bewoners en gebruikers van middelen kunnen vertrouwen op het Ctgb. Toelating van middelen is complex, maar de rol van het Ctgb is boven alle twijfel verheven.” Ook Wiersma gaf dat expliciet aan, omdat ze ’voelt dat in de maatschappij wantrouwen bestaat’. Daarom zoekt ze ook uit of het Ctgb nog opener kan zijn over de toelatingen.
Benchmarken
Bij het beantwoorden van vele vragen, vooral van D66, GroenLinks en de PvdD, gaf Wiersma herhaaldelijk aan te vertrouwen op het nieuwe plan dat de landbouwsector zelf aandroeg: benchmarken. Idee is dat cijfers over het gebruik van middelen onderling gedeeld kunnen worden, zodat het aanzet tot minderen van het gebruik. Wiersma: „Je wil toch niet zien dat je collega met veel minder toe kan?” Het ontlokte wat cynisme bij de linkse partijen, die menen dat de minister erg veel vertrouwen heeft in de inzet van de agrarische sector. Kostic: „Waar baseert de minister op dat innovaties en de sector zelf gaat helpen de (Kaderrichtlijn Water, red.) doelen te halen? Alle rapporten tot nu toe wijzen erop dat we ze niet halen.” Wiersma: „Er is niet per se iets nieuws nodig. We kijken wat er aan kennis is en hoe die te gebruiken.” Volgens KAVB-voorzitter Maij is het de bedoeling dat de bollensector aansluit bij het benchmarken van het middelengebruik. „Ook dat past binnen de ambitie.”

Procedures lelieteelt
Ondertussen was binnen de commissie ook nieuwsgierigheid naar de juridische kant van de verduurzaming. Vragen over de procedures tegen de lelieteelt ontweek de minister echter. „Daar geef ik geen antwoord op, een aantal zaken loopt nog. Het klopt dat in de bollensector veel gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, deels dezelfde middelen die de biologische sector gebruikt. Oliën bijvoorbeeld. Teelt en handel zien zelf ook dat het gebruik teruggebracht moet worden.” Vervolgens verwees ze naar de komende ambities van de bollensector: „Er komt nog dit jaar een convenant uit de bollensector zelf en daar vertrouw ik op.”
Wiersma wil ondertussen dat kwekers en teeltadviseurs aan de slag gaan met de naleving van de regels voor het gebruik van middelen. „In elke sector, dus ook in de bollenteelt, gaat wel eens iets mis met de naleving. Daar moeten telers en adviseurs iets aan doen. Dat is belangrijk voor het maatschappelijke draagvlak.” Precies dit pijnpunt kwam een week later aan de orde tijdens de bijeenkomst van Duurzame Bollenteelt Drenthe, in Fuitenberg.
Spuitvrije zone
GroenLinks en PvdD wilden ook weten of het misschien mogelijk is om ruimere spuitvrije zones in te voeren voor percelen bij woningen. Wiersma: „De gemeente is hierin het bevoegde gezag. Er ligt jurisprudentie over een zone van 50 m, maar gemeenten mogen hierin afwijken. Gemeenten willen daar een wetenschappelijke basis voor hebben. Daarom laten het landbouwministerie en de Rijksdienst voor Ondernemers (RVO) Wageningen Universiteit en het RIVM die ontwikkelen.”
Wiersma hield de boot af bij voorstellen van de commissieleden en beleidsvoornemens die subsidie nodig hebben. Zo is Wiersma in gesprek met LTO en het NAJK over een gebiedsgerichte maatwerkaanpak om normoverschrijdingen van middelen in het water tegen te gaan, maar zegt ze erbij dat er pas per 2026 eventueel subsidie is. „We moeten kijken wat we voorlopig kunnen doen, zolang het kabinet nog niet heeft besloten over het budget is er nog geen geld.” Eline Vedder (CDA) is bang dat energie dan uit de sector verdwijnt. „De sector kan het niet alleen. Er is geld en capaciteit nodig. Helpt een ondersteunende motie?” Wiersma ’staat er positief in’, maar zegde niets toe. „We steunen het benchmarken ook al financieel.”