- Gaashalknollen
In de komende periode wordt veelvuldig gebruik gemaakt van gaashalknollen om de plantingen te verversen. Kenmerkend van deze knollen is het lastige planten door de knolvorm. De knollen zijn niet netjes rond zoals een kasknol. Dit zorgt er voor dat ze kunnen blijven hangen in de knolgeleiders. Controleer regelmatig of de knollen niet opstropen in de geleiders. Extra knollen bijgooien tijdens het planten kan zelfs leiden tot grote plantverschillen in het bed. Dit leidt altijd tot productieverlaging.
Voor een vlotte en gelijkmatige beworteling is het van belang dat de bovenste 5 tot 8 cm van de grond voldoende vochtig is en blijft. Hoe sneller de beworteling start, hoe gelijkmatiger de plantengroei zal zijn. Dit is weer belangrijk voor de bepaling wanneer u de plant generatief kan sturen. Bij te veel ongelijkheid moet langer gewacht worden om generatief te worden. Dit leidt dan weer tot een latere en langere oogstperiode in het najaar. Een vlottere start van de knollen is tevens mogelijk door de knollen enkele dagen eerder uit de preparatie te halen. Controleer minimaal twee weken voor het planten of de knollen echt rijp zijn. Plant bij twijfel later. Onrijpe partijen leiden altijd tot ongelijke groei en een matige productie.