Een lucht-waterwarmtepomp is energetisch minder efficiënt dan een water-water warmtepomp. Toch kan deze wel degelijk rendabel zijn, denkt Rob Wientjens, directeur van Climeco Engineering.
De efficiëntie van een warmtepomp wordt bepaald door de temperatuur die er uit komt, maar ook door de warmte die er in gaat. Het apparaat kan warmte uit verschillende bronnen halen, zoals lucht, grondwater, restwarmte of rookgassen uit de WKK. Installaties die warmte uit de lucht halen zijn in aanschaf stukken goedkoper dan installaties met een warmte-koudeopslag in de bodem. Het nadeel is dat ze minder efficiënt zijn, want er is veel lucht nodig en de temperatuur daarvan beweegt mee met de buitentemperatuur.
„Als er water beschikbaar is en je kiest toch voor een lucht-waterwarmtepomp, dan ben je een dief van je eigen portemonnee”, vindt Stefan Bes, hoofd afdeling energietechniek bij Lek Habo. „Zolang het buiten een graad of tien is kun je een COP halen van 4. Maar als het naar het vriespunt gaat, en je de warmte het meest nodig hebt, zakt de COP in elkaar.”