CO2 l Met de eerste vorstnachten van het najaar is nu echt de tijd weer aangebroken dat er weinig gelucht wordt. Of er via minimaal luchten of via de ontvochtigingsystemen toch nog voldoende kaslucht wordt uitgewisseld (ververst) is af te lezen aan het CO2-niveau gedurende de nacht. Zorg ervoor dat deze lijn gedurende de nacht niet te veel oploopt. Een ander punt is de zuiverheid van de CO2. Niet iedereen heeft de beschikking over vloeibare CO2 of Ocap om in deze periode met vooral gesloten luchtramen toch zo weinig mogelijk risico te lopen op vervuilde rookgassen in de kas. Als er toch gereinigde rookgassen van de WKK als CO2-bron gebruikt worden in de winter kun je het risico beperken door het CO2-niveau in de kas enigszins te beperken. 600 ppm is voldoende voor een goede groei in deze periode van het jaar. Blijf dus gewoon CO2 doseren. Maar stop 1 uur voor lampen uit met doseren en wacht in de ochtend ook een half uur na lampen aan voordat je start met doseren.
Doektemperatuur l Het gebruik van meerdere doeken boven elkaar en allerlei vormen van ontvochtiging roept opnieuw vragen op over de doektemperatuur. We hebben inmiddels geleerd dat doeken op tijd sluiten om te veel uitstraling tegen te gaan een must is. Dit gebeurt bij aanwezigheid van led in de kas nog makkelijker (eerder) dan we uit de jaren met SON-T-lampen als lichtbron gewend waren.Een tweede doek erbij sluiten levert al gauw 2°C verhoging van de onderste doektemperatuur op. Echter hoe meer isolatie, hoe kouder de temperatuur van de lucht in de nok wordt. Dit heeft zijn effect op de doektemperatuur. Indien het verduisteringsdoek (die het meest isolerend is) het bovenste doek is, moet er in het onderste doek een kier liggen om het bovenste doek niet te koud te laten worden. Indien je dezelfde omstandigheden buiten hebt en het verduisteringsdoek is het onderste doek, dan moet daarin een kleine kier getrokken worden. Je moet kort samengevat voorkomen dat doeken te koud worden, want dan zal door uitstraling de temperatuur van de bloemen te ver zakken. De kans op natslaan, onvoldoende groei en botrytis neemt dan toe.