Het landbouwakkoord biedt boeren en tuinders onvoldoende toekomstperspectief, aldus LTO Nederland. Perspectief is altijd het doel geweest van een eventueel akkoord en geen in beton gegoten afspraken omtrent stikstof en klimaat, natuur en milieu, bodem en water. Daarom is de brancheorganisatie uit de onderhandelingen over het akkoord gestapt.
LTO blijft inzien dat boeren en tuinders hun verantwoordelijkheid dienen te nemen om duurzame stappen te nemen. De brancheorganisatie wil echter een toekomstperspectief voor boeren en tuinders. Een toekomstperspectief met ruimte voor ondernemerschap, de boer en tuinder aan het stuur. Een toekomstperspectief dat ruimte aan boeren en tuinders biedt om zelf te bepalen hoe ze de doelen willen realiseren, vanuit hun vakmanschap. En vanuit de unieke kenmerken van ieder afzonderlijk bedrijf en iedere afzonderlijke regio.
„Het maximaal haalbare akkoord biedt boeren en tuinders niet het perspectief waar ze recht op hebben. Het leidt nu niet tot het herstel van vertrouwen tussen de overheid en onze sector dat we zo hard nodig hebben”, is de boodschap van LTO-voorzitter Sjaak van der Tak. Hij vindt dat boeren en tuinders een goed verdienmodel in de toekomst verdienen voor de (duurzame) investeringen waarvoor zij staan. „Dat kan alleen als anderen bereid zijn om boeren en tuinders te ondersteunen bij het nemen van deze investeringen. De overheid, maar ook banken, supermarkten, markt- en ketenpartijen. Het gaat om meer dan alleen een keurmerk of een lening met gunstige voorwaarden. Het gaat om het vanuit-de-markt financieel bijdragen aan de landbouw van de toekomst.”
Geen alles-overkoepelend akkoord
Dat LTO uit de onderhandelingen is gestapt, zegt niet dat er geen gesprek meer mogelijk is. LTO hoopt van harte dat landbouwminister Adema de goede elementen die de voorbije maanden aan de onderhandelingstafel zijn bereikt, niet bij het grof vuil zet. „Wij hopen dat die elementen een basis bieden om – ook in de toekomst – met elkaar over door te praten. Niet vanuit de context van een alles-overkoepelend landbouwakkoord waarin we zoeken naar totaalafspraken voor de toekomst van de agrarische sector.”
Nog voordat LTO besloot het akkoord voor gezien te houden, benadrukte Adema echter al dat het akkoord ook gaat over het elkaar blijven informeren door overheid en agrarische sector en het gesprek aangaan. „Dat verliezen boeren en tuinders ook, als er geen akkoord komt.” Adema is teleurgesteld in de brancheorganisatie en verwijt LTO dat het haar aan moed ontbreekt. Volgens de bewindsman lag er genoeg op tafel en met voldoende toekomstperspectief.
Het voorstel van LTO om eventueel in de tweede helft van het jaar weer om tafel te gaan zitten, vindt Adema niet voor de hand liggend en niet respectvol voor de partijen die nog wel wilden door onderhandelen over een landbouwakkoord. „Als je definitief de keus maakt, moet je er ook voor staan”, zei de landbouwminister getergd voor de tv-camera’s een dag na het LTO-besluit op 20 juni.
Na een korte bijeenkomst op 21 juni hebben alle partijen aan de hoofdtafel geconcludeerd dat het landbouwakkoord definitief is geknald. Dooronderhandelen zonder LTO Nederland vinden ze zinloos. Dat vinden zowel het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) als Biohuis erg spijtig omdat jonge boeren en tuinders en biologische telers nu ook niet weten waar ze aan toe zijn.
Bijval en geen bijval
Politiek zijn de reacties op het LTO-besluit voorspelbaar. Coalitiepartijen zijn teleurgesteld en BBB vindt het een logische en te verwachten stap. Voor een akkoord is in ieder geval de handtekening van LTO niet nodig, reageert Wouter Scheepens, directeur ad interim MVO Nederland. Hij betreurt het dat Adema geen lef toont: „Het is de taak van de overheid om voor de gezondheid van zowel burgers, boeren, natuur als de economie te zorgen. Dat is nu geprobeerd door maar door te blijven polderen om iedereen mee te krijgen. Op een gegeven moment moet je echter ook de knoop kunnen doorhakken: dan maar zonder die ene handtekening.”
Hoofd- en sectortafels Landbouwakkoord
De regie over het Landbouwakkoord ligt bij de zogeheten ‘hoofdtafel’. Naast het ministerie van LNV waren daarin vier agrarische organisaties (Agractie Nederland, Biohuis, LTO Nederland en NAJK) vertegenwoodigd. Agractie Nederland stapte al eerder dan LTO Nederland uit de onderhandelingen. Verder zitten aan tafel de provincies, ketenpartijen CBL en FNLI en de natuur- en milieuorganisatie LandschappenNL. Zij zijn niet de ‘baas’ over de andere geledingen van het Landbouwakkoord maar zorgen voor de coördinatie en de integratie.
Daarnaast zijn er zes sectortafels: melkvee- en kalverhouderij, akkerbouw, vollegrondsgroente en bollenteelt, aarkenshouderij, pluimveehouderij, (glas)tuinbouw & sierteelt en een gemengde sectortafel (multifunctionele landbouw, korte ketens & kleinere sectoren). Zij vormen als het ware de inhoudelijke motor van het Landbouwakkoord en komen met concrete plannen voor hun eigen sector. Deze worden allemaal ingebracht bij de hoofdtafel die ervoor zorgt dat de sectorplannen tot één geheel worden gesmeed.