In een sneltreinvaart kreeg Turfvrij het met twee mensen voor elkaar dat de politiek af wil van het veelvuldig gebruik van turf in potgrond. Het convenant ’Milieu-impact potgrond en substraten’ volgde eind vorig jaar. Of dit leidt naar de stip op de horizon, moet volgens Philipp Gramlich van Turfvrij nog blijken. Vertrouwen heeft hij wel.
Op 18 november 2022 was Stichting Turfvrij de enige maatschappelijke organisatie (ngo) die het Convenant Milieu-impact potgrond en substraat ondertekende. De stichting met twee mensen is enkele dagen voor de ondertekening opgericht. Haar streefdoel in een ideale wereld is alle veengebieden beschermen en het waterpeil in ontwaterde veengebieden verhogen. Voor kleine ngo bestaande uit twee mensen natuurlijk onbereikbaar. Vandaar dat haar pijlen gericht zijn op een relatief kleine speler: de Nederlandse potgrondindustrie.
Ze hoopt dat Nederland, met de grootste tuinbouwsector in Europa, gaat laten zien dat mooie planten ook zijn te maken zonder veengebieden die grote hoeveelheden CO2 opnemen te vernietigen. „We kunnen ons als maatschappelijke organisatie aan jullie bedrijfsdeuren vastlijmen, maar beter is om met een kop koffie samen het open gesprek aan te gaan. Ook over de zeer nadelige gevolgen van veenwinning op onder meer de opwarming van de aarde, bodemdaling en afname van de biodiversiteit en daar oplossing voor te vinden. Daarover kritische vragen te stellen en de wetenschap te verdedigen. In het convenant staan dingen die wij meer of minder leuk vinden, maar dat geldt voor alle convenantpartners. Dat is nu eenmaal het gevolg van onderhandelen en compromissen sluiten”, betoogde Philipp Gramlich tijdens de ondertekening.