Iedereen heeft belang bij een gezonde bodem. Toch is het nemen van maatregelen om de bodemkwaliteit op de lange termijn te verbeteren lang niet altijd gemeengoed. Zeker niet als het om huurpercelen gaat, want wie neemt dan het voortouw? Mede hierdoor moet het Bodemkwaliteitsplan in de bloembollensector de weg naar de praktijk nog vinden.
De bemesting, de omgang met aaltjes, de waterhuishouding… Het zijn slechts enkele voorbeelden van de vele bodemaspecten waar telers mee te maken hebben. Nog te vaak worden ze los van elkaar aangepakt en als het tegenzit kan dat zelfs een tegengesteld effect hebben. “Het zou handig zijn als rekening wordt gehouden met het onderlinge verband”, vertelt Sjoerd van Vilsteren van Wageningen University & Research (WUR) team bloembollen.
Dat is volgens hem precies wat het Bodemkwaliteitsplan doet. “Deze zorgt voor een integrale aanpak van de chemische, biologische en fysische facetten.” Oftewel: de nutriëntenaanvoer, zaken als bodemstructuur en waterhuishouding, en het bodemleven. “Het klinkt misschien een beetje abstract”, vertelt Bram Mulder, teeltadviseur bij Agrifirm-GMN. “Maar zie het als een kapstok om alle zaken rondom bodemkwaliteit aan op te hangen. Een soort stappenplan dat je als teler helpt om doordacht te werken en blinde vlekken te voorkomen.”