Een grote diversiteit aan insecten is niet alleen goed voor de natuur, het helpt ook om de expansie van plagen in de gewassen te onderdrukken. Biologisch akkerbouwer Jan Knook en zomerbloementeler Julian Langelaan lieten entomoloog Ben Brugge onderzoek doen naar het aantal insecten in de bloeiende akkerranden op het bedrijf. Het resultaat was verbluffend. Er zaten alleen al 35 soorten zweefvliegen, waarvan de larven luizen eten.
Klepwespblaaskop; de naam is langer dan het vliegje zelf. Het is een van de 6.278 insecten die entomoloog Ben Brugge heeft gevangen op het biologisch bedrijf van Jan Knook in Midden-Beemster. Vorig voorjaar heeft hij twee vangtenten geplaatst in de bloeiende akkerranden. „Ik had nooit verwacht zo’n rijkdom aan te treffen”, zegt Brugge. „Er waren zoveel soorten dat ik ze lang niet allemaal op naam kon brengen. Het is verbluffend.” Terwijl hij toch wel wat gewend is, als voormalig collectiebeheerder bij Naturalis in Leiden. Een klein deel van de vliegjes en kevertjes heeft hij met spelden opgeprikt in houten kabinet.