Jan en Sylvia van Leeuwen oogsten momenteel hun laatste phloxen: dit najaar stoppen ze met hun bloemenkwekeij in Melderslo. Hoewel ze vooral willen gaan genieten van het leven, zeggen ze de sierteelt niet volledig vaarwel. Jan gaat door met veredelen én met de verkoop van uitgangsmateriaal van zijn eigen phloxcultivars. „Ik wil de potentie van deze soorten maximaal benutten.”
De wieg van Jan en Sylvia van Leeuwen stond in het westen van het land. Zelf een melkveebedrijf runnen, dat was de grote droom van Jan. „Daarom emigreerde ik op mijn achttiende naar Nieuw-Zeeland, en ging er werken op een boerderij. Maar ik kon mijn draai niet vinden, miste vooral het sociale leven. Na twee jaar ging ik daarom terug naar Nederland.”
Via via kwam hij terecht in de bloemenwereld en werkte onder meer op bedrijven met tulpen en zomerbloemen. Dit beviel zo goed dat hij, op een stuk grond van zijn vader, startte met de teelt van zomerbloemen. „Na verloop van tijd wilden we dit verder uitbouwen.” De zoektocht naar een geschikte locatie bracht het stel uiteindelijk in Melderslo waar ze in 1989 een kas neerzetten. „We begonnen met de broei van tulpen en de teelt van diverse buitenbloemen, want risicospreiding zat altijd in onze bedrijfsstrategie. Onder meer alchemilla, campanula en helenium teelden we. Phlox hebben we nog steeds.”
