- Lichtsom en watergift
Na een flinke vorst met hoge instraling is het opeens lenteweer. Waar we bij de vorst hoge vochtigheden in de kas hadden en vooral de middagstraling bepalend was voor de wateropname, wordt nu de luchtvochtigheid een steeds sterker bepalende factor.
Komende weken zullen de verschillen tussen bedrijven qua belichting en verduistering alleen maar groter worden. Bedrijven met grootbloemigen gaan nu al veelal naar een kortere daglengte en koeler telen, waar bedrijven met mini’s nog volop sturen op snelheid voor de Engelse moederdag. Juist door meer luchten wordt er meer verdampt, niet alleen door de PAR/stralingsom.
Weegschalen en watergehaltemeters zijn instrumenten die helpen om watergehalte strak te houden. Om het tijdstip van de laatste beurt goed te bepalen kun je allereerst kijken hoeveel licht er na de laatste beurt nog gemeten is. Deze interingsom moet rond 2,5-3 mol liggen. Een hoger vochtdeficiet heeft een flink versterkende factor. Bij toename van het vochtdeficiet overdag met 1 tot 1,5 g/m3 zie je het watergehalte in de nacht tot 20% verder dalen dan een dag met zelfde stralingssom na de laatste beurt en een lager VD.