De kwekerij van Erik de Jonge bevat niet alleen veel snijgroen, maar ook veel sentiment. Waar er vroeger alleen maar bos was, staat sinds medio negentiende eeuw de Snijgroenkwekerij van der Elst. ‘Je ziet daar in de verte Abies procera Glauca staan. Die bomen zijn uit 1900 en nog geplant door de heer Van der Elst.’
In het oosten van het land, te midden van groene weilanden en paardenhouderijen, ligt de bosrijke oase van Snijgroenkwekerij Van der Elst. Al sinds 1875 is deze kwekerij gevestigd in Dedemsvaart. Op een open plek tussen de hoge bomen bevinden zich het kantoor en een werkruimte. Karren, pallets en veilingemmers met takken maken duidelijk wat voor bedrijf hier zit. ‘Vroeger was dit allemaal bos, is mij verteld’, vertelt eigenaar Erik de Jonge (53). ‘Er stonden allemaal dennenbomen. Die gingen ze knippen voor feesten en zo ontdekten ze dat er in het westen vraag naar was.’ De takken werden in rieten manden via het kanaal (de Dedemsvaart) verscheept naar het westen van het land, onder andere met bestemming Paleis Soestdijk.
De kwekerij dankt haar naam aan de familie van der Elst, die de grond medio negentiende eeuw aankocht. Sinds eind negentiende eeuw heeft de familie zich gespecialiseerd in snijgroen. Midden twintigste eeuw is het bedrijf overgegaan op de toenmalige bedrijfsleider Maks. Deze familie heeft tot 2002 de scepter gezwaaid. Erik, die in 1989 in de zaak kwam, nam op zijn beurt als bedrijfsleider de kwekerij over. Helga, de ex-vrouw van de laatste eigenaar Maks, is nog altijd compagnon. Ondanks dat het geen familiebedrijf is, is de naam Van der Elst altijd in ere gehouden. ‘Die naam is bekend.’