„We zouden trotser op de sierteelt kunnen zijn. We hebben zoveel om trots op te zijn”, sprak de nieuwe algemeen directeur van Royal FloraHolland Pieter Bootsma op de Dag van de Coöperatie. Een van zijn taken is om de tuinbouw te verdedigen in het maatschappelijk debat in de landelijke en lokale politiek. Dat is nodig, want het imago van de tuinbouw staat er niet goed op.
Er klinkt met groeiende regelmaat kritiek op de tuinbouw. Over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en fossiele brandstoffen en over de huisvesting van arbeidsmigranten. Recent nog buitelden de landelijke dagbladen over elkaar heen om de sierteelt weg te zetten als een ‘giffabriek’ toen een Franse bloemiste de dood van haar dochter weet aan het werk met bloemen. Niet veel later hingen media Westland aan de hoogste boom vanwege het plan om een branding- en positioneringstrategie voor de tuinbouwcluster te ontwikkelen. Alsof de strategie ontwikkeld wordt om een positieve draai aan mogelijke misstanden te geven.
Of de kritiek altijd terecht is of niet, de tuinbouw heeft er mee te maken. Daarom moet ze er wat mee. Dat vindt ook het kabinet. Staatssecretaris van LVVN Jean Rummenie, een van de sprekers op de Dag van de Coöperatie van RFH weet ook dat ‘de maatschappij’ kritiek heeft. „We kunnen niet zonder bloemen en planten, maar het is belangrijk dat de sector wat doet met vraagtekens uit de maatschappij. Er is werk aan de winkel.”