Nieuwe, invasieve tripssoorten uit Azië stellen de sierteelt sinds enkele jaren voor nieuwe uitdagingen. In diverse gewassen manifesteren zich varianten, die nog steeds behoorlijke schade aanrichten. Japanse bloementrips (Trips setosus) wordt sinds 2014 in Nederland vermeld. Hij bezorgt onder andere lelietelers de nodige hoofdbrekens. Een effectieve bestrijdingsstrategie vinden is niet eenvoudig.
Vooral de beweeglijkheid van Trips setosus is opvallend, vindt Delphy-adviseur Hans Kok. „De bekende Californische trips is veel rustiger en valt daardoor ook minder snel op dan de setosus.”
In de Oriëntals dook de ’nieuwe’ trips als eerste op. Een paar jaar geleden trof Kok hem ook aan in LA’s, zelfs in jonge gewassen. De bestrijding is volgens hem niet anders dan tegen Californische trips, die vergelijkbare gewasschade veroorzaakt: bladvlekjes en vlekjes in knoppen. Een flinke populatie setosus kan in een jong gewas ook leiden tot een ongelijke stand en achterblijvende planten. De lelie wordt door de tripsen ’gebruikt’ om eieren in af te zetten. Nadat de eieren zijn gelegd ontstaan door een soort overgevoeligheidsreactie van de lelie de kenmerkende bladvlekjes. Trips setosus voedt zich voornamelijk op het blad. In bloemen kan hij ook voedsel vinden, maar hij eet geen stuifmeel.