De kwekers die last hebben van galmijt, moeten nog tot in ieder geval maart geduld hebben, eer er meer bekend is over onderzoek en bestrijdingsmethode van galmijt. Later, in de zomer zijn alle resultaten van de onderzochte middelen er. Dat bleek vandaag tijdens een debat op de Mechanisatietentoonstelling in Vijfhuizen.
Hans van der Lee, hoofdredacteur van Greenity, leidde het debat. De sprekers waren Joop de Hoog van WUR, Gerbrand Schilder van Agrifirm en Frank Kreuk van Vertify.
De Hoog gaf aan dat WUR deze zomer startte met verschillende onderdelen om meer te weten te komen over de bestrijdingsmethode van galmijt. Het hygiëneprotocol is inmiddels af, ook wordt er nog gekeken naar de biologische bestrijding door bijvoorbeeld roofmijt en galmug. Bij Vertify worden ook nog eens negen middelen getest, waarvan er twee al een toelating hebben. Onderzoeker Frank Kreuk: „Binnenkort worden de bollen opgeplant en staan er 1600 broeikisten. We moeten nog even geduld hebben voor de resultaten.” Tijdens de komende vakdagen hoopt hij in ieder geval een gedeelte van de uitkomsten te hebben. De bups van de resultaten komt echter pas deze zomer.
Middelen getest
De onderzoeker is niet pessimistisch; er zitten best een paar perspectiefvolle middelen bij. Echter het traject naar toelating is niet in 1 of 2 jaar geregeld, sterker nog, er gaat een aantal jaren overheen. Wel is het zo dat de toelatingshouders de middelen gaan aanvragen, mochten ze goed werken. „Dat was onze voorwaarde.” De middelen worden getest met de schuimmethode omdat men liever niet meer dompelt vanwege fusarium. Vertify test ook middelen om mee te vernevelen en dit komt vervolgens via ventilatoren bij het product.
Ook Agrifirm test 9 middelen, ook om mee te dompelen en te vernevelen, vertelt Gerbrand Schilder. Hij gaf aan dat hij richting de zomer weet hoe de middelen scoren. De Agrifirm-adviseur gaf nog aan dat de onderzoekende partijen samen alles afstemmen. „Dit is niet het moment om een voorsprong te creëren of elkaar te beconcurreren.” Hij ziet ook zeker een aandeel voor een ULO-behandeling. “Uiteindelijk zal het een systeemaanpak worden.”
‘Koop een microscoop’
De Hoog gaf aan dat kwekers er goed aan doen de partijen bollen eerder te onderzoeken op galmijt. Het liefst weet je in augustus of het erin zit. „Koop een microscoop dan ben je er eerder bij, want je moet wat, de luxe dat we Movento en Batavia hebben, moeten we achter ons laten.”
Volgens de WUR-onderzoeker is er nog heel weinig bekent over de tulpengalmijt; “Zijn het mannetjes, vrouwtjes, doen ze het met elkaar?” Er is slechts één goed artikel over het mijtje en dat gaat over de levenswijze. Wel zijn er filmpjes en foto’s gemaakt over hoe de galmijt zich gedraagt op de bol en heeft WUR een detectiemethode ontwikkeld om het beestje in de bol vast te stellen.
Roofmijt er spontaan in
Ook is er nog veel ongewis over hoe de mijten zich verplaatsen binnen een bedrijf. „Zitten ze op de kist of op het pelafval, we weten het allemaal niet? We weten wel dat ze met de lucht meewaaien.” Gelukkig waait de natuurlijke vijand, de roofmijt die spontaan in de partijen zit, ook mee. De Hoog verwacht dat het er in de toekomst naar toe gaat dat er moet worden toegewerkt naar een biologisch evenwicht zien te krijgen in de cel. „Als kweker accepteer je dan een bepaalde schadedrempel van de galmijt en je zorgt voor een juiste roofmijtpopulatie.”
Volgende week wordt er volgens De Hoog beslist over een onderzoeksvoorstel. De sector moet daarbij aangeven wat ze wil en hoe ze dit gaat betalen.
Fotobijschrift: (Vlnr): Frank Kreuk, Joop de Hoog, Hans van der Lee en Gerbrand Schilder.