Temperaturen l Naar verwachting zal stadium G dit jaar duidelijk later zijn dan vorig jaar. Daarom is het belangrijk dat de bollen voor de vroege broei tijdig bij 20˚C worden geplaatst. Knijpen van de luchtverversing bij warm weer kan niet zonder controle met een ethyleenmeter. Geen meter: gewoon ruim ventileren, dan maar wat verlating van stadium G. Hiermee wordt namelijk het oplopen van de ethyleenwaarden voorkomen. Bij de 20˚C-bewaring is de kans op zuur wel groter dan bij hogere temperaturen, ervaren we al jaren.
Voldoende voorwarmte is nodig voor latere bloei (cultivargebonden, soms al vanaf bloei eind januari vanwege extreme nekgevoeligheid, onder andere maat 11-12 van Dynasty). Ook hangend blad treedt minder op en het gewas wordt groener. Aantrekkelijk dus, die voorwarmte, maar met enkele kanttekeningen:
* Langer dan 4 weken voorwarmte geeft cultivarafhankelijk extra uitgroei van sprot, ken dus de cultivars!
* Na de korte periode van warmte kort na het rooien is een temperatuur van 23 tot 25˚C het beste (als cultivars niet te kort blijven), maar niet veel langer dan tot stadium G om bloemverdroging te vermijden (Yokohama, Purple Prince, Strong Gold zijn gevaarlijk). Dat betekent normaliter stadiumonderzoek half tot eind augustus.
* Is het stadium G bij de eerste bollen bereikt, ga dan terug naar 20˚C. Breng bollen die bij 20˚C zijn bewaard niet klakkeloos naar 25˚C. Er is dan een risico dat ze al te ver ontwikkeld zijn. Laat in dit verband late aangekochte partijen altijd controleren.