Vincent Blok onderzoekt de impact die AI heeft op werkgevers, werknemers en de sector als geheel. In zogenoemde ELSA-labs gaat hij de dialoog aan met stakeholders. Samen filosoferen zij over de ethische, sociale en juridische consequenties van kunstmatige intelligentie. ’Cowboyverhalen leiden af van concrete problemen waar we hier en nu al mee te maken hebben.’
Wat bedoelen we precies met AI?
„Kort gezegd is artificiële intelligentie de simulatie van humane, dus menselijke intelligentie, zoals beeldherkenning (zien), taalherkenning (horen) en natuurlijke taalgeneratie (spreken). Mensen kunnen zelf autonome beslissingen nemen. AI is niet humaan, maar het is een systeem dat op basis van verkregen informatie kan beslissen wat te doen. Het systeem moet die data dus wel eerst aangereikt krijgen, voordat hij over kan gaan tot actie.
Wat voegt filosoferen toe aan onze vragen over AI?
„Oorspronkelijk gezien denken filosofen na over de zin van het leven. Wat betekent mens zijn? Wat houdt ’natuur’ in? Deze vragen zijn heel fundamenteel. Het wordt specifieker als je je richt op maatschappelijke vragen, over technologisering en robotisering in de landbouw bijvoorbeeld. Zo’n discussie vertaalt zich ook naar hoe consumenten en burgers zich gedragen. Filosofen denken graag na over definities. Werken is bijvoorbeeld een belangrijk onderdeel van het menselijk bestaan. Wat bedoelen we met werk, als al het werk straks uitgevoerd wordt door AI? Dit soort ontwikkelingen hebben consequenties. Hier moet je op een rationele manier over na kunnen denken. In Wageningen onderzoeken we de effecten van de implementatie van AI-systemen in de land- en tuinbouw. Dat gaat verder dan een individuele mening. Ik vraag me constant af wat voor- en tegenstanders van AI voor argumenten kunnen hebben.”
‘We moeten toewerken naar een hybride vorm van intelligentie’
De een ziet een rooskleurige toekomst voor zich, de ander gevaar. Wat zou een voorstander van AI beargumenteren?
„Plukrobots, robots die helpen met wieden, technologie waarmee plantgroei wordt gemonitord… allemaal nieuwe technieken die worden ingezet voor een betere productie. Of denk aan precisielandbouw: door AI weten we veel preciezer waar meer voedingsstoffen nodig zijn of waar er veel zieke planten te vinden zijn. Hierdoor kunnen we contextgevoeliger omgaan met het toedienen van kunstmest of pesticiden, bijvoorbeeld. Zo precies dat we ook de dingen die minder goed zijn voor planten en dieren, alleen toe hoeven te passen als dat écht nodig is. Hoe geweldig is dat? De productiviteit van een bedrijf gaat omhoog en we kunnen veel duurzamer en efficiënter produceren.”
Je vraagt je bijna af: waar maken mensen zich druk om?
„In de krant wordt geopperd dat AI de mens overvleugeld en dat wij in de toekomst niet meer nodig zijn. Het wordt steeds technischer en de boer raakt uit beeld. Er zijn nu al stallen waar alleen nog maar robots rondrijden. Mensen maken zich zorgen over autonome wapensystemen en dat we slaven van AI worden. Ik ben daar niet van overtuigd en noem dat cowboyverhalen. Het is zorgelijk dat AI op deze manier wordt aangevlogen: het leidt namelijk af van concrete problemen waar we hier en nu al mee te maken hebben.”
Met welke AI-problemen hebben we dan nu al te maken?
„Wie is verantwoordelijk als een van je werknemers wordt verwond door een robot? Of stel dat het AI-systeem van je onkruidrobot een verkeerde beslissing neemt en niet alleen het onkruid meeneemt, maar ook de rest van je gewas. Wie is aansprakelijk en draait op voor de schade? Idealiter worden robots getraind met informatie uit jouw bedrijf om zo een steeds beter werkende machine te krijgen, aangepast op jouw teelt en bedrijfsvoering. Maar let op: al die verzamelde data komt ook terecht bij de AI-fabrikant. Zo’n techbedrijf kan die data voor heel andere doeleinden gebruiken of zelfs tegen je gebruiken. Als ondernemer weet je niet wat er met jouw data gebeurt. Een ander zou met die informatie in handen heel eenvoudig de kostprijs van je product kunnen berekenen. Dat maakt dat ondernemers best terughoudend kunnen zijn om nieuwe technieken uit te proberen. Sociaal gezien brengt AI ook consequenties met zich mee. Een AI-systeem weet zelf niet het verschil tussen een paprika en een komkommer. Het systeem moet getraind worden voor je ‘m in kan zetten en daar zijn werknemers voor nodig. Maar zodra het systeem genoeg heeft geleerd, kan hij die werknemers vervangen. Je kunt je voorstellen dat die mensen geen zin hebben om het systeem iets aan te leren, als zij erna zelf geen werk meer hebben. Ook agrarisch ondernemers maken zich zorgen om het toenemende gebruik van technologie: ben ik nou ondernemer of word ik een soort datamanager? We moeten als sector nadenken over hoe we hier een juiste balans in kunnen vinden.”
Zo’n robot is best een investering. Is AI alleen voorbehouden aan de grote ondernemingen of kunnen alle bedrijven ervan profiteren?
„De aankoopkosten zijn hoog. Om zo’n investering terug te verdienen, worden ondernemers gedwongen tot schaalvergroting. Grote bedrijven hebben een relatief voordeel omdat ze door hun schaalgrootte meestal meer ruimte en diepere zakken hebben om te investeren. Ze kunnen mee blijven doen in de toenemende technologisering. Deelsectoren zoals de biologische landbouw zijn kleiner en kennen kleinere bedrijven. Dan kan je je inderdaad afvragen of de reguliere productie wordt bevoordeeld, als kleinere bedrijfjes nooit gebruik kunnen maken van dezelfde techniek en daardoor steeds meer achter gaan lopen. Dat is een kritiekpunt op systemisch niveau.”
Zorgt AI dan ook voor meer ongelijkheid?
„Het is een feit dat hoger getechnificeerde landen, zoals die in Noord- en West-Europa, betere toegang hebben tot nieuwe technologieën. Ook baseren die technologieën zich vaker op de geografische omstandigheden van deze landen. Dat zorgt indirect voor meer ongelijkheid. West-Europa heeft een groter voordeel door de beschikbaarheid van reserveonderdelen en kennis die nodig is om een defect apparaat te herstellen. In een land als Kenia is het landbouwareaal veel groter, maar kan de nieuwste techniek niet altijd worden ingezet omdat die ondersteunende kennis voor onderhoud en reparatie niet voorhanden zijn.”
Hoe ziet u de toekomst van AI in de landbouw?
„Nu hangt er vaak een oppositiesfeer: óf de mensen blijven aan het werk, óf zij worden volledig overgenomen door een AI-computer. Ik denk dat we de grenzen van AI serieuzer moeten nemen, want AI kan niet alles en boeren blijven nodig. We moeten toewerken naar een hybride vorm van intelligentie, waarbij de ervaring van de ondernemer nog steeds meeweegt in beslissingen, maar het AI-systeem daarin ondersteunt. Een druiventros plukken kan je heus wel aan een robot overlaten. Het is dan wel handig om een back-up te hebben, voor als het systeem ineens niet meer werkt of een verkeerde afslag neemt. Ook is het belangrijk om te bedenken welk doel AI dient. Waarom we AI in zouden moeten zetten. In Wageningen werken we aan duurzame innovaties voor agrifood. Bij iedere innovatie wordt gekeken of deze daadwerkelijk bijdraagt aan duurzaamheid. Ja, zo’n robot kan de productiviteit verhogen, maar levert het ook iets op voor onze klimaatdoelstellingen en wordt er rekening gehouden met dierenwelzijn?”
Met één druk op de knop je hele kas besturen via de computer. Willen we daarnaartoe als sector?
„Als ondernemer doe jij iets op een manier waarop anderen het niet kunnen of willen. Zo onderscheid je jouw bedrijf van andere bedrijven en daarom is er competitie. Als iedere investeerder een agrarische onderneming kan leiden, je hoeft immers toch alleen maar op een knop te drukken, dan zullen alle ondernemingen op elkaar gaan lijken. Veel vakkennis is niet meer nodig als de computer alles voor je uitdenkt. De enige rol die je als eigenaar hebt, is verder investeren in de techniek. In zo’n bedrijf kan je je eigen ei niet meer kwijt en iedereen kan alles maar kopiëren. Ondernemen draait niet alleen om efficiënter produceren en schaalvergroting. Het is verstandig om hier als sector over na te denken. Ik denk graag mee.”
Vincent Blok, Hoogleraar Filosofie Technologie en Verantwoorde Innovatie
Vincent Blok is naast hoogleraar Filosofie van Technologie en Verantwoorde Innovatie aan de Universiteit Wageningen, ook aangesteld als hoogleraar Filosofie van Datawetenschap en AI aan de Erasmus Universiteit. In zijn dagelijks werk houdt hij zich bezig met ethische, juridische en sociale vraagstukken die ontstaan door technologisering en robotisering in de landbouwsector. Ook is hij wetenschappelijk directeur van het 4TU Centre for Ethics of Technology, een samenwerkingsverband van de vier Technische Universiteiten in Nederland.