Hoewel de glastuinbouw zijn emissies rigoureus heeft aangepakt, worden in oppervlaktewater nog steeds bestrijdingsmiddelen teruggevonden. Reden om eens grondig te onderzoeken waar die nu nog vandaan komen. Zelfs op bedrijven die alles op orde denken te hebben, lekt een deel van het water weg, blijkt uit het onderzoek. Bewustwording, beter onderhoud en robuuste teeltsystemen zouden dit probleem kunnen tackelen.
Het jaar 2027 wanneer het oppervlaktewater in Nederland helemaal schoon moet zijn, kruipt snel dichterbij. De glastuinbouw werkt al meer dan tien jaar aan maatregelen en heeft alle ’bewuste’ lozingen van afvalwater naar het oppervlaktewater vrijwel gestaakt. Veel bedrijven recirculeren 100%, en als ze dat niet doen, lozen ze hun afvalwater na zuivering op het riool. De kwaliteit van het oppervlaktewater moet dus snel verbeteren, zou je denken.
Volgens de waterschappen stagneert die verbetering echter. Blijkbaar lekt er nog steeds water uit de kas, of circuleren oude chemische stoffen in de sloten. Dat was reden om te onderzoeken waar de resterende emissies vandaan komen. Dit onderzoek is uitgevoerd door Ecorys, CLM en Witteveen+Bos, in opdracht van het ministerie van I&W, Stowa, Stichting Kennis in je Kas, provincie Zuid- Holland en gemeente Westland.