Op honderden hectares van het bloemenareaal in Ecuador vinden ‘informele activiteiten’ plaats. Kwekers telen er bloemen zonder royalty’s te betalen, geven de belasting het nakijken, of houden zich niet aan arbeids- of milieuwetgeving. Daders blijven buiten schot.
Ergens op grote hoogte in een indianengemeenschap worden op een kleine oppervlakte, zeg een halve hectare, rozen gekweekt. De hele familie werkt mee, inclusief kinderen. Bijna zonder dat er iemand weet van heeft of sterker: een vreemde is er niet welkom en laat het wel uit zijn hoofd een bezoek te brengen. Toegang tot de met een slagboom afgezette gemeenschap nodigt ook niet uit. Onder anderen veredelaars kunnen zo niet checken wat er met hun ‘waar’ gebeurt.
Of neem de kweker die tot zijn verbazing merkt dat onbekenden zijn ‘tuin’ hebben bezocht en veel ‘ogen’ van bloemen, plastic en/of chemicaliën hebben gestolen. Voor het verkrijgen van plantenmateriaal rossen ze takken van de planten, die waardevol zijn om goede variëteiten op bestelling illegaal te kunnen vermeerderen. Met politieke rugdekking van de achterban in de regio.