De voorzieningenrechter in Noord-Nederland heeft omwonenden van leliekwekerij Joling in Dwingelo in het gelijk gesteld; zij maken bezwaar tegen spuiten van middelen op leliepercelen. Veel partijen zijn verbaasd, maar uitspraken doen over de consequenties voor andere buitenteelten daaraan waagt niemand zich. Ze hopen wel snel duidelijkheid te krijgen via de bodemprocedure die nu gaat volgen.
De Maatschap Joling in Dwingelo moet van de rechtbank Noord-Nederland stoppen met spuiten van gewasbeschermingsmiddelen in zijn lelies bij Boterveen. De gevaren voor de gezondheid van de omwonenden zijn volgens de voorzieningenrechter te groot, omdat nu niet aan te tonen is dat de middelen en de combinatie van middelen geen gezondheidsschade geven. Zowel het Nederlandse College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) als de Europese toezichthouder EFSA doen bij de toelating van middelen immers geen onderzoek naar de gevolgen van stapeling van verschillende gewasbeschermingsmiddelen. Dit terwijl de middelen in de praktijk wel in combinatie worden toegepast, aldus de voorzieningenrechter (zie kader).
Dat een middel wettelijk is toegelaten, is voor de rechter niet relevant. Het Europees recht schrijft voor dat een middel niet schadelijk mag zijn voor mensen. ’Het potentieel groot risico voor de gezondheid van omwonenden in het kader van de belangenafweging, gaat voor op de hogere winstgevendheid van de lelieteelt.’