Met een beslissingsondersteunend systeem (BOS) is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te reduceren. Toch wordt er in de bloembollenteelt nog weinig gebruik van gemaakt. Met name in de kostbare lelieteelt wordt afwijken van het reguliere spuitschema als een groot risico gezien. In een praktijkproef ervaren tien lelietelers hoe een BOS ingezet kan worden bij het bestrijden van Botrytis (vuur). Spuiten lijkt niet altijd nodig.
Bij bloembollenkwekerij Q.J. Vink en Zonen in Sint Maartensvlotbrug wordt de helft van een partij LA’s dit seizoen met behulp van een beslissingsondersteunend systeem (BOS) bespoten. Alleen als het systeem aangeeft dat de kans op een vuurinfectie groot is, wordt een vuurbestrijding uitgevoerd. Als dat niet het geval is, dan wordt de spuit alleen tevoorschijn gehaald voor de wekelijkse bespuiting, onder meer tegen luis. Ronald Vink is tot nu toe content met het resultaat. “We zien geen verschil met de andere helft van de partij, waar vuurbestrijding onderdeel is van de wekelijkse bespuiting.”
Vink is één van de tien lelietelers die meedoen aan de praktijkproef. Het doel is om met behulp van een waarschuwingssysteem de vuurbestrijding en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te beperken. De vorig jaar gestarte proef wordt gedurende twee groeiseizoenen uitgevoerd door HLB en CLM Onderzoek en Advies. Het eerste jaar zaten de omstandigheden niet mee. Door het vochtige weer waren de infectiekansen hoog en ervoeren de telers weinig ruimte om het adviessysteem te testen. Dit seizoen verloopt relatief warm en droog. “Dan blijkt spuiten vaak niet nodig”, vertelt Vink als we hem half juli spreken. “Als je ziet hoeveel je daarmee kan besparen”, vervolgt hij enthousiast. “Ik heb op basis van het BOS-advies tot nu toe nog maar vier vuurbespuitingen uitgevoerd.”