In de glastuinbouw wordt gedacht aan lokale productie van waterstof, zodat de restwarmte in de kassen kan worden gebruikt. Bij de uitkoppeling van restwarmte vanuit de industrie is er immers één grote bottleneck: duur transport via leidingen. Bij de productie van waterstof komt echter weinig restwarmte vrij, zegt Ad van Wijk, hoogleraar Future Energy Systems aan TU Delft.
Jaren geleden voorspelde hoogleraar Ad van Wijk al een grote toekomst voor waterstof. Aanvankelijk werd hij door critici weggezet als iemand met een grote fantasie, maar inmiddels ontvouwt de toekomst zich zoals hij die voor zich zag. Van Wijk verwacht dat de bulk van de waterstof grootschalig zal worden geproduceerd met offshore wind en import uit andere landen. Toch zijn kleinschalige projecten niet kansloos, als ze zijn te integreren met lokale vraag. „We zijn bezig met een elektrolyzer van 2,5 MW in Nieuwegein. De geproduceerde waterstof gaat naar een tankstation en een grondverzetbedrijf dat wil verduurzamen. De restwarmte gaat naar een kledingwasserij. Als we de waterstof per tankauto zouden aanvoeren, dan zou er al snel €2 tot €3 per kg op de prijs komen.”