- Verplanten
Het aanleggen van bedden met vaste planten voor de snijcultuur vraagt een gedegen voorbereiding. Het basismateriaal, vaak al groene ’levende’ planten, is eigenlijk niet geschikt om te bewaren. Dit houdt in dat de planten zo snel mogelijk na het rooien weer in de grond moeten zitten. Op het moment van rooien, moet het perceel waarop geplant wordt dus al helemaal klaar liggen. Optimaal is het als de planten in de ochtend worden gerooid en dezelfde dag weer in de grond zitten. In de tussentijd mogen de planten niet uitdrogen. Als dat wel het geval is, dompel ze dan, zodat ze zich volzuigen met water. Dit dompelen werkt veel beter dan droog planten en daarna water geven.
Belangrijk is ook dat de planten in een relatief natte grond geplant worden. Pant u in een droge grond en geeft u daarna water, dan is de aansluiting minder. Natuurlijk moet u ook na het planten flink water geven voor een goede aansluiting. Druk bij het planten de planten goed aan. Planten die los worden geplant, hebben namelijk langer nodig om aan te slaan met meer kans op uitval. Zeker bij het overplanten van ’groene gewassen’ zal een niet goed aangedrukte plant snel los komen te staan, omdat de plant na het rooien een beetje krimpt. Wat extra aandacht bij het overplanten kan later in de teelt het verschil maken of het een mooi perceel wordt of niet. De oorzaak van een matig perceel ligt vrij vaak bij de slechte start